Blog

De dag waarop alles veranderde

4 april 2018

Op een mooie zomerdag tijdens een vakantie, sloeg het noodlot toe. We waren net 2 dagen op onze bestemming toen mijn man last kreeg van zijn kuiten. Wat spierpijn, dacht hij. Tijgerbalsem gehaald, maar de pijn werd niet minder…

Binnen een uur was (van zijn heupen tot zijn tenen) het één groot doof gevoel geworden. Je kent het vast wel, als zo’n (prikkelend) zwaar slaapgevoel in een been. Hij stond wankel op zijn benen. Maar toen hij even later ook nog onduidelijk ging praten, was er onrust genoeg om de plaatselijke huisarts te bezoeken.

Eenmaal in het ziekenhuis ging alles snel

Daar aangekomen werd na wat testjes duidelijk dat we gelijk naar huis moesten. Daar kon dan in het ziekenhuis verder gekeken worden. De arts verzekerde ons dat het veilig was te reizen en mijn man gaf aan dat dit best ging lukken. Hij is zelf naar huis gereden. Achteraf had ik misschien beter moeten weten… In het ziekenhuis ging alles erg snel. Een MRI, een EMG en allerlei testjes werden gedaan. Wat wordt je geleefd op zo’n moment. Amper je bewust van wat er allemaal in zo’n korte tijd afspeelt. De arts prikte met satéprikkers (zo zagen ze eruit dat vergeet ik nooit meer) in mijn man zijn benen. Er was totaal geen respons! Hij voelde het gewoon niet. Wat je dan voelt is niet te beschrijven. Verdriet, machteloosheid, angst, onzekerheid en verwarring komen allemaal en dwars door elkaar op. Chaos. En daar was ook heel even het besef dat het misschien wel ernstig(er) zou kunnen zijn. Maar dat werd gauw weer weggedrukt. Nu nog even niet! Eerst alle vragen stellen! Het zal toch niet waar zijn!

En dan kom je samen thuis…

Alle vragen konden worden gesteld, maar de antwoorden bleven uit.
Alles was opeens onduidelijk, de toekomst, de (on)mogelijkheden, zijn kwaliteit/duur van leven enz. Nou dat was nogal wat, en nu? De diagnose voor dat moment was, een acute dubbel hernia met een stenose (vernauwing in het zenuwstelsel). Meneer u komt op de (spoed)wachtlijst voor een operatie en wordt wel opgeroepen. En dan kom je samen thuis. Met allerlei vragen, onzekerheden, verdriet en wat al niet meer. Onze jongens (toen 16 en 18 jaar) waren ook behoorlijk uit hun doen. Hun sterke vader, opeens zo kwetsbaar, zo aangedaan. En waar ging het (nog) heen…….

De ontlading na de operatie

We probeerden ons (letterlijk en figuurlijk) staande te houden tot de operatie. Na 2 weken was die (eindelijk) een feit. De operatie verliep goed. Maar het spannendste was natuurlijk of de functies terug zouden zijn. De neurochirurg had al aangegeven dat dit wel wat tijd nodig had. Ik vergeet nooit het moment dat mijn man wakker werd vanuit de narcose en zei: ”Roelie, ik voel nog steeds niets, zal dat wel goed komen?” En huilden spontaan. De spanning kwam eruit. “We wachten het af, we zullen zien”, was alles wat ik zei. Zo’n moment brengt je dicht tot elkaar. Je troost en steunt tegelijkertijd op elkaar. Op donderdag geopereerd worden en dan voor het weekend naar huis worden gestuurd omdat er een onderbezetting in he ziekenhuis is, is allesbehalve prettig, zeg maar gerust, balen! Het voelde net of we weggestuurd waren en aan ons lot over werden gelaten. Hadden we iets anders kunnen doen, vroeg ik me af. Maar ik was zo moe, ik liet het gebeuren.

Rouwproces

Mijn man kon niets en wilde geen bed van de thuiszorg. Niet nodig, opperde hij. Ik ben zo weer in de benen. Helaas was dit een illusie. Hij sliep op een (veel te laag) bed in de kamer, kon niet naar het toilet lopen en had gigantische pijn. Ik weet nog dat ik hem zo af en toe met een bureaustoel naar de keuken reed zodat hij zichzelf in de keuken wat kon wassen. Elke hulp werd afgewezen. Ik had het kunnen regelen maar in dit stadium van zijn ziek zijn had hij het niet geaccepteerd, hij had ze weggestuurd. Hij kon niet accepteren dat hij hulpbehoevend was. Hij weigerde in alle toonaarden! Dit rouwproces was nog lang niet geleden. En ik, ik probeerde er zoveel mogelijk voor hem te zijn.

Het enige wat hij heel fanatiek oppakte was de revalidatie. Hij oefende en oefende, soms te veel, soms te zwaar. Maar hij vocht zich er een weg doorheen. Hij wilde niet opgeven. En dat is bij ons sowieso nooit een optie geweest. Je mag schreeuwen, je mag huilen, je mag alles. Maar je geeft nooit op! Nou en dat valt niet altijd mee als je niet weet waar je naar toe gaat en wat de toekomst je gaat brengen. Hoop hebben en volhouden is het enige wat we in het begin deden. Wat kan je verder nog dan…

Roelie van Guldener

Casemanager Mantelzorg